Nicole van Gerwen-Maas

Vandaag stellen we u voor aan onze collega Nicole. Nicole is al 11 jaar werkzaam bij Total Care en houdt alle balletjes hoog als manager van de buitendienst, contractbeheer zorgverzekeraars en als eerste aanspreekpunt voor de ziekenhuizen. Naast haar werk is Nicole ook een trotse moeder van een zoon, dochter, bonusdochter en hondje Pepper. In haar vrije tijd speelt ze graag tennis met haar man en jureert ze op hoog niveau (lees WK & EK) kunstschaatsen. In dit interview vroegen we naar haar drukke (werk)leven.

Hoe heeft jouw loopbaan er de afgelopen jaren uitgezien?

‘Voordat ik bij Total Care werkte heb ik 13 jaar op de commerciële-administratieve afdeling bij de makelaardij gewerkt. Dit bedrijf ging failliet waardoor ik via via bij Total Care terecht kwam. Ik was destijds totaal niet bekend met slaapapneu- , zuurstof-  of verneveltherapie,  maar het bevalt me erg goed. Ik kom iedere dag met veel plezier naar mijn werk.’

‘Toen ik begon bij Total Care waren we met een klein clubje van 4 medewerkers en hadden we nog een klein kantoor in Tilburg. Ik hield me in het begin bezig met de begeleiding van CPAP patiënten, alles ging toen nog met een papieren agenda dus dat is wel echt een verschil met nu. Toen kwam er 8 jaar geleden een functie vrij op de commerciële afdeling en ben ik deze functie erbij gaan uitoefenen.’

Hoe ziet jouw functie er nu precies uit dan?

‘Ik ben manager van de buitendienst, oftewel onze OSA-consulenten. Daarnaast valt het contractbeheer van de zorgverzekeraars onder mij en ben ik het eerste aanspreekpunt voor de ziekenhuizen. Je kunt je voorstellen dat mijn takenpakket heel uiteenlopend is. Ik buig me over het aangaan en behouden van (nieuwe) contracten met zorgverzekeraars, ben constant bereikbaar voor verzoeken en vragen van onze OSA-consulenten, draai zelf regelmatig op donderdag poli’s in het ETZ in Tilburg en ben momenteel bezig met het opstarten van spreekuren bij het ApneuCentrum. Zo is elke dag natuurlijk heel verschillend en merk ik ook echt dat we ontzettend gegroeid zijn.’

Je hebt natuurlijk een drukke baan, maar wat doe je dan graag in je vrije tijd?

‘Mijn man en ik zijn beide heel sportief. We wandelen graag samen, zijn ook fanatiek in tennis en het wekelijks uurtje yoga vind ik ook heerlijk. Daarnaast jureer ik al 34 jaar bij kunstschaatsen. Ik kom echt uit een ijsfamilie waar iedereen op hoog niveau mee deed. Mijn zus schaatste, mijn broer deed aan ijshockey en mijn vader had een winkeltje op de ijsbaan dus het is er met de paplepel ingegoten. Toen ik eenmaal de pubertijd in ging kostte het kunstschaatsen op hoog niveau teveel tijd en wilde ook meer tijd doorbrengen met vriendinnen en andere leuke dingen doen dus ben ik gestopt.’

‘Na een aantal jaar begon ik het echt te missen dus ben ik begonnen met jureren van kunstschaatsen op hoog niveau. Een leuke bijkomstigheid is dat je hierdoor ook veel van de wereld te zien krijg. Ik heb o.a. gejureerd in Japan, Amerika, China en bijna heel Europa bij onder andere GP, EK en het WK. Mijn grote droom is jureren bij de Olympische spelen, maar die kans is vrij klein.’

‘Naast alle sportieve activiteiten ben ik graag met ons gezin. Ik vind het heerlijk als de kinderen weer eens thuis komen eten en borrelen. Mijn gezin met mijn vader, zus en broer is ook heel waardevol. Momenteel nemen mijn zus en ik de mantelzorg van onze vader op ons, dus daar ben ik ook veel te vinden.’

"Ik heb wel eens een man op de poli gehad die tijdens de uitleg van het apparaat tegenover mij in slaap viel. Dan zie je natuurlijk wel met eigen ogen hoe heftig het is."

 

Is er een situatie met een patiënt die jou bijgebleven is?

‘Ik heb wel eens een man op de poli gehad die tijdens de uitleg van het apparaat tegenover mij in slaap viel. Dan zie je natuurlijk wel met eigen ogen hoe heftig het is. Daar hoeft de AHI niet heel hoog voor te zijn. Soms zie ik patiënten met een vrij lage AHI die enorme klachten hebben, terwijl sommige patiënten met een hele hoge AHI zelf weinig klachten ervaren. Het hangt namelijk ook echt van de lengte van de ademstops en het zuurstofgehalte in het bloed af.  Ik behandel daarom dus echt klachten en geen cijfers van patiënten. Na een tijd merk je dat de klachten dan afnemen en dat vind ik echt fantastisch, zoals bij die man die voor mijn neus in slaap viel. Toen ik bij hem thuis op afspraak kwam zat hij een kruiswoordpuzzel te maken. Ik zei: ‘Nou, dat gaat goed!’, hij kreeg tranen in zijn ogen omdat hij dit al jaren niet meer kon. Je ziet gewoon dat mensen de kwaliteit van leven terug krijgen. Als ik dan complimenten of bedankjes krijg voor de begeleiding die ik heb gegeven voelt dat zo dankbaar.’

Is er iets waar jij je nog in zou willen ontwikkelen?

‘Als ik weer wat meer tijd zou hebben dan zou ik me willen verdiepen in de reden waarom de proefplaatsing van een patiënt niet is geslaagd. Als wij bericht krijgen van het ziekenhuis dat CPAP-apparatuur ingenomen mag worden spreken of volgen we de patiënt niet meer. Misschien zouden we dan toch nog iets voor die persoon kunnen betekenen als we nog in contact zouden kunnen blijven met die patiënt.’

‘Daarnaast streef ik samen met mijn collega’s er naar onze goede service te behouden en daar waar mogelijk te verbeteren. Dat is onze kracht.’